Okee, hier komt die dan:
Afgelopen week vond weer de Boombalweek plaats.
Hierbij dan maar weer een verslag van deze week:
Het terrein was drastisch gewijzigd. Het is een nu een meer rond terrein, Het weiland naast de festivalweide was nu deels in gebruik voor een danstempel, de kinderanimatie en de zweefmolen, die na een aantal jaren afwezigheid weer was teruggekeerd. De tweede danstempel stond nu dwars op de oorspronkelijke festivalweide en veel meer naar voren.
Met deze opstelling beoogde de organisatie van de twee delen, de grote tent en de twee danstempels, meer 1 geheel te maken. Bovendien was daardoor het terrein wat kleiner.
De danstempel in het nieuwe weiland had wel wat last van de grote tent, vooral als in de late uurtjes subtiele muziek wordt gespeeld en de discodreunen over het terrein heen rollen.
De stages:
De stagegangers kregen nu geen polsbandjes maar batches met eigen naam en een kleur die aangaf aan welke groep je deelnam. De batches vond ik een achteruitgang, de naam is wel een toevoeging maar de kleur van de batch werkte volgens de stagedeelnemers onnodig stigmatiserend.
Voor het eerst waren er bij de stages 5 dansgroepen, naast de beginnersgroep waren er twee halfgevorderdengroepen en twee gevorderdengroepen. Bij de gevorderdengroep was verder de primeur dat de ene groep les in het Engels kreeg en de andere groep les in het Frans. Dat had dan wel als nadeel dat de Nederlanders grotendeels bij elkaar in dezelfde groep zaten.
Het aantal Nederlanders was dit keer recordhoog en opvallend veel mensen die voor het eerst deelnamen aan de stage.
De inhoud van de stages:
Eerste dag: Anatole.
Vanwege de dansstage 2012 had ik wel een idee wat me te wachten stond, maar nu had hij een hele dag. Het principe was door de dag heen hetzelfde: eerst een dans, dan wat kleine details waar we ons mee bezighielden, en daarna met dezelfde persoon dezelfde dans om te kijken of er wat veranderd was in het dansen. Daarbij ging het over ademhaling, massage van het schoudergebied en een valoefening voor vertrouwen. Eigenlijk vond ik het best een interessante dag.
Tweede dag: Pierre Chesneau over bourree in 2.
Na de dansstage 2012 mijn favoriete docent over mijn favoriete dans. Wat kan er misgaan, zou je zeggen. Nou, heel veel. Alleen aan het eind van de dag besteedde hij hele korte tijd aandacht aan een aspect dat ik als eerste zou hebben gedaan: de oorsprong van de dans, de intentie waarmee die gedanst kan worden, enzo. In de plaats daarvan begon hij met het uitleggen dat er drie soorten passen waren, Het was erg moeilijk om het onderscheid echt goed te ontdekken en dat bleek ook wel uit de oefening. Pierre ontbeerde de eigenschap om iets op een andere manier uit te leggen als een groep het op die ene manier niet goed begrijpt.
“s-Middags ben ik pas echt afgehaakt, Daarbij ging het over een oefening in grote verplaatsingen in de bourree. Dat ging bij mij echt niet lekker (aan elkaar geketend snelle verplaatsingen afleggen is de grootste reden om niet mee te kunnen komen met bretons). Ook los van elkaar zat er teveel druk op de ketel, waardoor ik voor de rest van dit onderdeel ben afgehaakt. Om pas weer aan te haken bij hetgeen ik hiervoor noemde.
Derde stage: Eric Theze.
We werden zwaar ondergedompeld in de wereld van de onregelmatige walsen Iminder in onregelmatige ritmes van dansen in het algemeen, zoals ik had verwacht). Vanwege het grote mannenoverschot bij deze dagen (vrouwen waren geswitched of stopten er even mee) heb ik veel gevolgd, zeker aan het einde van de dag.
Vierde dag: Zweedse dansen
Eindelijk eens de hambo geleerd! Alleen was het fijn geweest als de docente (Finse, die Vlaams sprak) even geïnventariseerd had wie de polska kende. Dat zou wat verwarring bij de groep en een snellere leerweg hebben opgeleverd. Nu werd de ‘makkelijke binnenkomer’ een behoorlijke worsteling. Na de hambo hebben we ons beziggehouden met de draai in de polska. Of beter gezegd, de bingsjö-polska. In principe kon iedereen wel draaien, maar toen we het draaien op de hielen moesten uitvoeren, ging het ineens heel stroef. Als slot kregen we nog de Zweedse scottisch en daarin een paar variaties voor de kiezen. \
Al met al was het een uitdagende stage, waarbij ik, zoals altijd, maar moet kijken in hoeverre het op de praktijk in het dansen kan worden toegepast.
De bals op de stages waren geweldig.
Alleen het laatste bal was, zeker voor beginnende dansers, aan de eenzijdige kant. Driekwart van de dansen op die avond waren Bretons, Zweeds en onregelmatige walsen.
Het festival:
Tot zondagmiddag had ik het idee dat het een gewoon festival was, maar de zondagavond zorgde dat ik toch met een groot yeah-gevoel het festival beëindigde. Van mijn persoonlijke top-drie traden er dan ook twee die avond op.
Mijn top 3:
Arasta Bazar
Balbuzar
Sons Libres
Leukste verrassing was voor mij: la Compagnie d’Elias met Tristan Driessens en Robbe Kieckens, waarbij de oosterse touch me doet denken aan Arasta Bazar. Heel lekker, met die percussie erbij.
Toch heb ik op het festival net als vorig jaar een zekere flow gemist. Ook was het rustiger in de danstempels dan eerdere jaren. BIj navraag blijkt dat dat blijkbaar gezichtsbedrog is. Blijkbaar zijn de danstempels groter dan voorheen. Alleen bij Naragonia was het verschrikkelijk druk, ook al stond Heather Nova in de grote tent er tegenover geprogrammeerd.
Wat mij verraste is dat er op vrijdag- en zaterdagavond geen sessie was in 1 van de danstempels. Maar ja, als het programma al tot respectievelijk kwart over 4 en kwart voor 5 was dat voor mij niet echt een probleem.
Bovendien mis ik best wel een open podium, die enkele jaren geleden wel bestaan heeft,.
Al met al vond ik het weer een geslaagde editie, maar is mijn enthousiasme langzaam aan een beetje aan het zakken, bemerk ik.
_________________ Als leiden lijden wordt, kun je het niet meer volgen.
|