Dit wordt wel een beetje een lang stukje over mijn bekering tot het heilige bal maar de bijbel is ook niet in twee regels samen te vatten (ik ben wel benieuwd wie dat zou kunnen).
Het begon 5 jaar geleden bij Mamamini
:
Bij een kringloopwinkel Mamamini, die toen nog leuke dingen had, kocht ik een langspeelplaat van de groep de Perelaar van Marita Kruijswijck. hij kostte maar 1 gulden dus daar kon je je geen buil aan vallen. Ik lachte me dood om de nummers die er opstonden. "Jan kom kietel mij"
was m'n favoriet. Verder "Prins Robbert", "Blauw garen en koperdraed", 'Bravade'. Allemaal prachtig uitgevoerd met mooie arrangementen en goeie muzikanten. Nog steeds een plaat die ik regelmatig draai. Er zat ook een boekje bij met de melodie?n op notenschrift en een beschrijving van de bijbehorende dansen zoals de Langdans en de Madlot. Maar naar dat laatste keek ik natuurlijk niet
.
Het scheen mij toe dat een accordeon wel het ultieme volksmuziekinstrument was. Dus ik kocht een Delicia-Accordeon en ging hard oefenen. Vanaf het eerste moment vond ik het een geweldig instrument. Ik begon een muziekduo met een vriend van mij "De Oranjerondo's" later veranderde dat in "de Bosbessenrondo's" (naargelang het soort koeken die we bij de repetities verorberden)
. Uiteindelijk werd het "de Acoustini's"
. Daarmee speelden we onversneden Hoempa-muziek. Dwz Polka's, nederlandse volksliedjes en dansen (de Boerenschots l en ll, de Boanopstekker, Jan Koop mij Kermis, Ain wol noar zien noaber tou etc. etc.). We speelden ook Klezmer (de Kosh Kale Mazltof). Het was altijd gigantisch lachen
.
En we kregen er nog optredens mee ook
.
Bij een van die optredens werd ons gevraagd of we ook een Middeleeuws feestje zouden kunnen opluisteren in Jorwerd Friesland. We speelden immers uitsluitend stampmuziek en drankliederen.
Voor een fiks bedrag zegden we toe dat het helemaal in orde zou komen
. Ik had nog wel een boekje met "merck toch hoe sterck" er in en we konden ook nog wel een paar gastmuzikanten regelen die middeleeuwse instrumenten konden spelen zoals blokfluit, dwarsfluit en viool.
Twee fluitspelende dames waren inderdaad snel gevonden (Plienemuis en Paddelkwanskje)
. Maar violistes bleken dunner gezaaid dan ik gehoopt had. Ik moest echt op zoek
.
Het lot was mij goed gezind: mijn oog viel op een aankondiging in de Groninger Gezinsbode dat er vijf (!) vioolspelende schoonheden
uit Zweden luisterend naar de naam Plommon in Groningen zouden optreden. Daar zou ik zeker kunnen shoppen voor één of meerdere violistes of desnoods een violist als het tegenzat.
Het Plommon optreden was geweldig
en de dames leken me stuk voor stuk een aanwinst voor mijn band
. Helaas maakte de taalbari?rre het mij onmogelijk om uit te leggen wat mijn preciese bedoelingen waren zodat ik in de pauze uit de kleedkamer van het Zweedse vijftal verwijderd werd door een Arnold Schwarzenegger-achtige kleerkast
(een prima beul dacht ik nog).
Na de pauze keek ik de zaal eens rond en schatte in dat zeker 50% van de aanwezigen een viool vast kon houden en misschien nog wel kon aanstrijken ook. Ik besloot om gewoon maar wat mensen te vragen na het concert
.
Ik sprak een jongeman aan met een breugheliaans voorkomen en woest haar die mij ook nog wel geschikt leek als nar
. Mijn vraag of hij in staat was een viool vast te houden en te bestrijken beantwoordde hij na een kort moment van innerlijke twijfel bevestigend en al snel was een afspraak voor een auditie gemaakt.
De violist, de intimi zullen begrijpen dat het hier over Mota gaat, kwam mede dankzij zijn zeer middeleeuwse wijze van vioolspelen, die hij zelf geheel ten overvloede als 'krassen' kenschetste, glansrijk door de auditie
. Een andere reden dat we hem graag wilden hebben was dat hij toegang had tot het voor ons duistere wereldje van de volksmuziek. Ook beheerste hij enkele middeleeuwse tophits als Calabaca en Tourdion. Beide nummers hebben we ook gezongen op onze uitvoering in de dorpskroeg van Jorwerd
.
De rest van het verhaal is bekend. Mota wist mij te enthousiasmeren voor het festival van Gooik. Dat was allemaal heel gezellig. Veel aardige vlamingen, belgisch bier en ....... 's avonds laat werd er bal gedanst. Tijdens die zomernachten in Gooik zag ik het licht. Op mijn bergschoenen de bourr?e dansend wist ik: Dit is wat we in Groningen nodig hebben.
Hallelujah! De tweede keer dat ik het licht zag was toen ik de familie Cajon muziek zag maken tijdens een nogal bezadigde nostalgische instrumentendag in Orvelte. Het was maar 1 minuut want toen moesten ze hun instrumenten inpakken vanwege een enorme zondvloed die uit de hemel neerdaalde. Maar het contact was gelegd
.
En zie ........... God zag dat het goed was.