Okee, folkie, Scorda en ik zijn dus naar Lunasa geweest.
Ze speelden in de grote zaal, die voor de gelegenheid met een gordijn was afgesloten. Ik had de groep nog nooit gezien, ik kende alleen hun cd Merry sisters of fate die ik weer van Scorda die hem weer van folkie had gekopieerd.
Lunasa bestaat uit een bas, gitaar, violist, doedelzak en fluit. Maar de violist en doedelzak spelen ook fluit, en de violist ook nog bodrahn (of hoe schrijf je dat)
Het was een relaxed concert vond ik. Een hele avond Iers kan gaan vervelen, maar dat was niet het geval. De violist legde het ritmische verschil tussen een reel en een jig als volgt uit: bij een jig denk je aan Amsterdam en bij een reel aan Kopenhagen. Wat in de pauze een fundamentele discussie tussen mij en folkie opleverde omdat Kopenhagen het accent op de 3e lettergreep heeft terwijl een reel op de 1 en de 3 is. (De rest van het concert hebben we alternatieven bedacht, maar die zal ik hier niet herhalen. Pannekoeken is nog de meest onschuldige variant
)
Anyhow, lekkere muziek, maar het geluid van de verschillende instrumenten was niet helemaal optimaal versterkt: de doedelzak was niet te horen, want hij werd overstemd door de het geluid van viool en tin whistles. (hoe is dat in godsnaam mogelijk?
).
Nu is een uillean pipe natuurlijk veel zachter dan een franse of vlaamse doedel, maar jammer was het wel. De tin whistles waren ook niet altijd afzonderlijk te horen. Aan de andere kant was het nu vooral een totaal geluid waar je in kon opgaan. De gitarist deed hele leuke ritmische dingen, waar Scorda overigens nog steeds niet over uitgepraat is. Dat was vooral mogelijk omdat de bas heel steady doorspeelde.
Maar los van de versterking: goeie muzikanten die erg op elkaar ingespeeld zijn en een typisch Iers gevoel voor humor hebben.
En nu eens niet een groep die traditioneel Iers speelt zoals -ik noem maar wat- The Dubliners, maar een eigen stijl hebben.
Na afloop de laatste cd The Kinnity Sessions gekocht, opgenomen in een kasteel waar ze gewoon drie dagen zijn gaan spelen zonder publiek.
Hier komt de uillean pipe gelukkig wel goed tot zijn recht.