Lijntje schreef:
Je kunt soms bijna meedansen met de deun die je zelf speelt!
Ik ben ook een verwoede voetmeetikker. Inmiddels heb ik diverse standjes om mee te tikken maar meer en meer sta ik nu op twee voeten te wiebelen. Dat voelt inderdaad als simpel meedansen.
Het meetikken met de voet is in volksmuziekkringen algemeen geaccepteerd maar bij klassiek opgevoede muzikanten is het uit den boze. En het is ook niet iets dat meteen resultaat oplevert, dus is het een keuze om eraan te beginnen of niet. Bij klassieke muziek horen geen onbedoelde bijgeluiden en voettikken kunnen die natuurlijk snel voortbrengen. Bovendien is een superstrak ritme bij klassieke muziek geen hoofdzaak. Als je ziet hoe een orkestdirigent de maat slaat (zo'n beetje ongeveer, liefst een seconde voor de daadwerkelijke tel) dan is duidelijk dat dansmuziek een andere invalshoek heeft en dat dus andere dingen belangrijk zijn.
Het meetikken is zoiets. Dat gaat door het altijd te doen uiteindelijk onbewust gebeuren, als het ware vanuit je ruggemerg en niet meer vanuit je hersens. Dat automatisme lukt alleen door het vaak te doen, net als je evenwicht bewaren tijdens het fietsen. Maar dan heb je ook wat! Altijd een baken waar je op kunt vertrouwen. Daar kan geen 'innerlijk ritme' tegenop, want dat bestaat zintuiglijk niet. Kadans die je kunt ervaren, is ofwel door te bewegen, ofwel door te luisteren. Kadans zien lukt niet, dus lampjes op de metronoom helpen daarbij niet echt. En proeven en ruiken wil ook niet. Maar als muzikant krijg ik altijd rillingen als de lichamelijke beweging en het gehoor dezelfde kadans oplevert.
We moeten dus wel heilig respect hebben voor mensen die dansmuziek strak en met kadans kunnen spelen zonder mee te tikken. Maar waarschijnlijk missen ze dan het echte 'spansgevoel', die sensatie wanneer je tijdens het spelen geniet van wat je hoort omdat het klopt met je lichamelijke metronoom.