mota.spansen.nl

Wie kan mij vertellen wat de verschillen zijn tussen de Lage Landen doedelzak en de Cornemuse du Centre?

Ik weet dat de eerste beide bourdonpijpen bovenop heeft, terwijl de tweede de kleine bourdonpijp naast de speelpijp heeft zitten. En dat je bij het laatste type de zak iets meer voor je houdt, en bij het eerste type de (iets bredere) zak meer onder je arm gaat.

Maar ik heb bijvoorbeeld eens gehoord dat bij een Cornemuse du Centre de toon meer 'om je heen gaat hangen', terwijl je bij de LL doedelzak al het geluid 'naar achteren blaast'.

Zijn er nog meer van dit soort kenmerken waar je rekening mee moet houden bij de keuze tussen een van deze typen doedelzakken?

Leuke vraag. Ik speel al jaren cornemuse du centre en bij mijn weten gaat het voornamelijk om het uiterlijk. De toonsoort is bij een G doedel van beide types immers hetzelfde. Het verschil in klank zit hem vooral in wat de bouwer gedaan heeft. Bij de ene doedel is de verhouding tussen speelpijp en bourdons anders dan bij de ander, waardoor je de klank anders ervaart. Mijn doedel heeft bijv. relatief hardere bourdons, vanwege een grotere boring. De klank gaat inderdaad wat meer om je heen als je voor en achter een bourdon hebt ipv bij een LL type. Maar verder zou ik niet zo snel een ander verschil weten.
Praktische opmerking is nog wel dat bij een D-doedel van het LL type, waar de bourdons allebei naar voren steken, het nogal zwaar is om ze in evenwicht te houden. Dan is het cornemuse du centre type wat beter hanteerbaar. Vraag het anders eens aan Frans Hattink via http://www.doedelzak.com

Je had toch al een mooie doedelzak? Of was die in bruikleen?

Afijn, ik sluit me redelijk aan bij Gromit.
Enige toevoeging is dat ik ook wel eens heb gehoord dat bij een cornemuse du centre (en ook de Bechonette) waarbij een bourdon naast de speelpijp zitten de bourdonklank beter mengt met de melodie.

Geen idee in hoeverre die claim waar is. Indien je binnen speelt tettert alles over het algemeen dermate hard rond dat het sowieso wel gemengd wordt. Bij buitenspel zou het kunnen uitmaken?

Wat volgens mij wel uitmaakt is dat bij een LL met de bourdons naar achteren, je bourdongeluid van het publiek af is. Bij het Breughel-type, met de bourdons naar voren, is dit juist op het publiek gericht. (de cornemuse is wat dat betreft dus een mooi compromis).

Nog een praktische overweging: bij korte vingers lijkt de LL variant een voordeel te hebben op het cornemuse, omdat er geen bourdons naast de speelpijp zitten. Of is dit ook een kwestie van geloof? (ik behoor namelijk tot de langere-vinger-club)

Ik heb inderdaad al een doedelzak, een cornemuse du centre. Maar ik vind de zak van de LL achteraf gezien toch prettiger/makkelijker qua druk houden. Dus ik denk erover om 'm om te laten bouwen.
Maar dan wil ik wel zeker weten dat ik er geen spijt van krijg om andere redenen :-)

(en ik ben van de kortvingerige soort, dus da's ook een voordeel)

ha, ik ben ook van de kortvingerige soort, maar ik kon na enig wennen makkelijk spelen met een bourdon naast de speelpijp. Dwz: op mijn G- doedel. Bij een D-doedel, waar de pijpen dikker en groter zijn, wordt het wat lastiger. (dan is trouwens ook het gewicht van de doedel zwaarder, nog iets om over na te denken als je wat kleiner bent).
Let bij de speelpijp van een G doedel vooral op de lage F (en bij een D doedel op de C) dat is het onderste gaatje. De afstand kan verschillen per bouwer, hoeft niet veel te zijn maar het zijn net die paar millimeters die het uitmaken. En als je een korte pink hebt is dat lastiger spelen.

Succes,
gromit