En toen was de eerste workshop alweer voorbij!
De workshop van Moes was bedoeld om muzikanten met drempelvrees voor sessies wat handvatten te bieden om toch aan sessies mee te durfen doen.
De workshop bevatte zowel wat theorie als praktijk.
Theorie was vooral gebaseerd op wat standaard gedragsregels die voor verschillende soorten sessies hetzelfde zijn, zoals: hoe voorkom ik dat ik de andere sessielieden tot last ben (door bijvoorbeeld te luisteren naar wat de anderen doen en vooral niet heel hard de melodie blijven herhalen). Of dat het niet de bedoeling is dat je de al gaande sessienaar jou hand gaat zetten maar dat je je juist aanpast aan de anderen. Maar verder ook juist uitleg dat de ene sessie de andere niet is: zo hebben jazz-sessies weer hele andere gewoonten dan folksessies maar tref je ook binnen de balfolk weer verschillende soorten sessies aan en werden we ook op het verschijnsel gewezen dat er vaak zat 'om de hoek' van de ene sessie een andere sessie wordt gevormd omdat mensen bijvoorbeeld in de eerste hun ei niet kwijt konden. Verder werden we er ook op gewezen dat we echt niet elke toonsoort hoeven te herkennen, maar dat er vaak voor aanvang van een nieuwe deun ruimte is om te vragen welke toonsoort het is en of dat ie mogelijk aangepast kan worden (als je bijvoorbeeld een g-c trekzak hebt en het is in F). Maar ook kan je vragen welke dans erbij hoort, zodat je in ieder geval het ritme als houvast hebt.
het 'praktijk' gedeelte was vooral bedoeld om aan de hand van een paar simpele deunen te oefenen met sessiespelen. Dus stap 1: iemand zet een deuntje in 2: diegenen die het niet kennen luisteren even tot ze ook mee kunnen spelen, anderen die het al kennen kunnen meteen invallen 3: als je de melodie zat bent, of als die niet lukt wat kun je dan doen? --> ritmisch begeleiden, tweede stem maken, even stoppen en genieten van wat de anderen er van maken (je mag dus ook 'stil' zijn), kijken of je met een ander kunt meedoen met zijn variatie of dat je zelf iemand opzoekt dmv oogcontact maken voor een duette, of juist een solo spelen 4: luisteren en kijken naar wat anderen doen --> is iedereen aan het varieren en improviseren en wordt het rommelig omdat de melodie weg is dan kan je zelf de melodie weer inzetten; heeft er iemand een mooie solo dan kun je bijvoorbeeld stoppen met de melodie (of in ieder geval zachter spelen) en kun je proberen die solo te ondersteunen. Als jij de melodie hebt ingezet hoef je niet continu de melodie te spelen, zodra de anderen op gang zijn ben je ook vrij om te varieren en te improviseren. probeer te spelen met dynamiek --> speel eens een coupletje wat zachter of juist wat harder. En zorg ervoor dat het dansbaar blijft en op tempo, soms zijn er muzikanten geneigd te versnellen of te vertragen of blijkt dat lang aangehouden akkoorden niet echt meewerken om een swingende scottish op tempo te houden. 5: hoe kan je een lied weer tot een einde brengen. Sommige liedjes gaan zo lekker dat de groep er wel 20minuten mee kan spelen, andere liedjes zijn na 3 minuten al weer klaar. Maar hoe kun je nou aangeven dat het eens tijd wordt om te stoppen? --> je kunt de laatste maten vertragen, je kunt de laatste maten opwerken naar een crescendo (volgens mij werd deze term gebruikt, maar het kon ook een andere term zijn...) je kunt een paar noten toevoegen na de laatste maat , of natuurlijk je voet/been opheffen om aan te geven dat het de laatste ronde is etc.
Maar het belangrijkste wat in het praktijkgedeelte naar voren kwam (en wat dus de meerwaarde is van een workshop vs een handboek) was het in deze workshop eindeloos kunnen oefenen met improviseren en varieren. We waren met zes leerlingen en daarnaast dan Moes en Frank en we hebben het sessiespelen geoefend met een scottish, een hanterdro en een mazurka. Het lastige voor deze 'sessiegroep' was wel dat we geen begeleidingsinstrumenten zoals gitaar of trekzak hadden en we het dus alleen met melodieinstrumenten moesten stellen (fluiten, trompetten en violen). Een van de leerlingen zette de deun in en zodra we opgang waren waren we vrij om de melodie los te laten en te oefenen. Als we de hele deun en dans dreigden kwijt te raken grepen Moes of Frank in door weer de melodie in te zetten (tenzij een van ons dat al probeerde) of als we allemaal te veel met de melodie bezig waren deed Moes of Frank juist een variatie inzetten om ons wat inspiratie te geven. Als je in je hoofd wat leuks had bedacht en het kwam er de eerste keer niet uit, dan was er niks aan de hand en probeerde je het de volgende ronde opnieuw
Het lastigste voor ons was om op zoveel verschillende dingen tegelijk te moeten letten. o.a. omdat we nog druk bezig waren eerst de melodie er goed uitkrijgen (zeker voor hen die bewust zonder bladmuziek wilden leren spelen), dan eens te gaan bedenken wat 'ik' kan doen als variatie, en dan nog opletten of je variatie wel werkt en wat je moet bijschafen. Je bent dus vooral met 'ik' en je instrument bezig en het luisteren naar de anderen komt dus pas op een 4de plaats ofzo. Na elke ronde bespraken wat ons opviel en wat we voor onszelf wel of niet lekker vonden gaan. vervolgens speelden we het deuntje weer een aantal keer om te kijken of het dan nu beter ging.
Er was ook een meid die nog niet met viool mee durfde te doen maar wel met piano (ze leende mijn mini-keyboard), tijdens de pauze vertelde ze dat ze wel ideeën en inspiratie had maar dat het kleine toetsenbord (grote pianotoetsen gewend) haar een beetje in de weg zat om die ideeën eruit te gooien. Zingend kon ze wel haar ideeën kwijt en uiteindelijk heeft ze de rest van de workshop gewoon met zang gedaan wat ook een erg leuke toevoeging was qua geluid en prima kon in ons sessiegroepje.
Tijdens de pauzes van het balprogramma hebben we dan natuurlijk 'live' sessie gespeeld in de aula van de Musketon. Het voordeel nu was dat we al ons eigen groepje hadden dus dat we zelf de leiding hadden en we ons niet bij anderen hoefden aan te sluiten, we liepen dus iig niet het risico andere sessiespelers tot last te zijn
. Al vrij snel werden we bijgestaan door Cooper en Martijn en ook kregen we wat mensen aan het dansen
En hoe meer we speelden hoe makkelijker het werd om overal aandacht voor te hebben en soms was het gewoon heerlijk om zelf even niks te doen en gewoon te luisteren naar wat voor leuks de anderen verzinnen
Maar wat ik helemaal geweldig vond was dat je in zo'n sessie ook weleens ruimte kunt hebben om eigen deunen uit te testen (zeker als je nog geen eigen bandje hebt). Nu had ik dan geen eigen deun maar ik had wel twee ritmische bewerkingen (hanter dro Mon pere --> bourree 2 tijden ; Auvergne bourree --> bourree 2 tijden). Ik heb dus gewoon volgens de sessieregels het deuntje ingezet, net zolang tot iedereen het ritme of de melodie te pakken had en vervolgens de vrijheid genomen om er zelf nog meer mee te experimenteren of om juist te luisteren wat anderen ervan maken. Ik had bij de auvergne bourree bewerking altijd al in gedachten dat die melodie door iets als trompet moest worden gespeeld, dus om het nou in het echt te horen met Frank op trompet en Martijn op een andere toeter was echt supertof! En dan ook nog de begeleiding erbij van Cooper op de trekzak maakte het compleet
En om ook nog te horen dat de deun redelijk lang gespeeld werd en anderen er dus blijkbaar ook plezier in hadden was wel een heel fijn toetje voor een toch al geslaagde dag!
Voor Moes was het haar allereerst workshop als docent en ik vind dat ze het erg goed gedaan heeft! We hebben op een paar na (al voor het bal naar huis of gebrek aan instrument) allemaal enthousiast meegedaan aan de pauze sessie en ik denk dat de drempelvrees bij ons allemaal al aardig is weggepoetst en dat het eerste zaadje voor sessieverslaving is gezaaid