O.K. ik ben nog niet helemaal wakker na de heftige festivalnacht
maar ik zal voor de forumgangers die niet konden of wilden komen toch even een verslagje intiepen:
Het festival werd gehouden in de Oosterpoort te Groningen. De cultuurtempel van de stad, wel een beetje te zakelijk voor zo iets gezelligs als een volksmuziekfestival maar laat ik niet gelijk beginnen te zeuren want zoals de Belgen het doen krijgen wij het toch nooit.
Bij binnenkomst zat de Bretonse groep Faro te spelen in de hal van het hele gebeuren. Het eerste wat opviel was de uiterst hoge klank van de Doedelzak, waarschijnlijk de hoge D. Het tuitte je oren uit. Een echte piepzak.
De doedelzakspeler speelde ook bombarde. De kenners weten waarover ik het heb. Het nasaal geluid van een eend die de keel dichtgeknepen wordt. Compensatie van al dat hoogs vonden wij in de aanwezigheid van een sousafoon bespeeld door een pittige dame. Die zorgde ook voor moderne jazzy basloopjes onder de traditionele bretonse melodie-lijnen.
Verder was er natuurlijk trekzak en viool. En ook nog een drummer dus het klonk allemaal lekker stevig en stoer
.
Bij de eerste hanter-dro die gespeeld werd stonden er gelijk 3 bekenden van schier op de dansvloer. Te weten Martijn, Maaike en Edith. De rest van de aanwezigen leek mij niet bekend met deze dans dus om nu te zeggen dat het een hype is in Groningen, nee.
Na 3 nummers had ik het wel gehoord en verlangde ik naar Angelsaksische diepgang die geboden zou moeten worden door Jon Boden en John Spiers. Bij de ingang van het zaaltje waar ze speelden was sprake van enige verstopping. Maar eenmaal binnen was er wel een plekje te vinden. Dit was echt genieten. De perfecte samensmelting van viool, trekzak, zang en stamp. Prachtige trekzak ook. Daar let ik nu nog meer op dan voor de tijd dat ik er één had. Mijn vorige leven. Je zou haast zeggen dat het een Cairdin was. Heerlijke muziek en ook lekker beweeglijk uitgevoerd. Die John Spiers (de trekzak speler) lijkt wel een marionet
. "O, the prikkelij Bush!".
Na dit weerzien met de twee van Schier laat ik T?rf rechts liggen en stoom ik op naar de zaal waar het mirakel van Gent te bewonderen zou zijn. Ambrozijn moet invallen voor Olla Vogala dat met ziekte te kampen heeft. Ambrozijn in Groningen, zou het echt waar zijn? En verdomd ..... daar zitten ze, de drie vlaamse schavuiten
+ 1 dame op zang, waarschijnlijk die franse weer.... Helemaal hier in Groningen. Gek om ze in een officiele theaterzaal te zien met veel rood en paars licht en een overdonderend geluid met erg veel galm op de zang. Hun tussendoorgrappen zijn weer niet van de lucht. Wim Claeys, die wel een paar kilo afgevallen lijkt te zijn, doet gekker dan ooit
. Zo te zien hebben ze er echt zin in. Het samenspel van viool en trekzak is adembenemend. Gitarist Tom neemt de vocalen van Ludo voor z'n rekening, voorwaar geen achteruitgang. Als Ambrozijn een scottisch speelt komen er notabene dansers op de vloer! Twee maar liefst: Edith en Maaike doen samen een scottisch. Ik kijk in het halfdonker de zaal rond op zoek naar een slachtoffer maar ik zie alleen wat omaatjes in mijn omgeving. Voor mij dus geen scottisch op Ambrozijn. Er komt ook nog een arabische zanger langs: Djamel (Nog niet heel Olla Vogala is uitgestorven aldus Wim Claeys). Het is een wat bizarre combinatie maar we komen er wel achter dat die arabische zang erg mooi kan zijn. Helaas spelen ze Naradie weer, waar bij ik me moet bedwingen om te blijven zitten. Mooi maar saai. Een mooi rustpunt in de show zullen we maar zeggen
.
Gelukkig pakken ze uit met een spetterende finale: Tous les Amants in een extra lange uitvoering. Het is echt geweldig. Alleen dit optreden is de 20 euro al waard denk ik. En ik had er zelfs wel een vouwfiets voor over gehad? (Ernie mist dit optreden omdat hij onderweg naar Groningen met de trein zijn vouwfietsje in Amersfoort op het perron had laten staan, waardoor hij op en neer moest vanaf Zwolle).
Romano Drom tapt weer uit een geheel ander volksmuziekvaatje. Of moet ik zeggen uit een urn. Want er zit een percussionist bij die zeer verdienstelijk een stalen urn uit het crematorium bespeeld. Het toch erg vrolijke muziek. De betere zuidelijke terrasjesmuziek. Een Gypsie Kings achtige melange gekruid met subtiele accordeonriedeltjes, paardenhoefgeroffel en diepe Urn-beats. Aangezien er echter geen terrasje is, maar wel Plommon een eindje verderop, kunnen wij niet lang blijven staan bij de Roemenen.
Bij Plommon is het zeer druk. De dames hebben hun beste jurken weer aan en geven een lekker staaltje synchroon zagen ten beste. Toch is het geluid een stuk minder dan bij hun optreden vorig jaar in het zaaltje aan de Oliemulderstraat. Hoewel, de violen wel goed zijn. Vooral het harmonium, het oude houtwormpomporgel van opa is vervangen door een strak modelletje in een flight-case, klinkt aanmerkelijk minder groovy dan een jaar geleden. De bassen hoor je amper. En dan wordt ook dat ellenlange, kunstige zangstukje weer opgevoerd. Misschien leuk voor achter een Zweedse natuurdocumentaire over het leven op de Toendra maar in dit benauwde volle zaaltje was het een lange lijdensweg
. (Een fijn rustpunt in de show zullen we maar denken). Op het laatst kwam de lente toch nog even terug en kirden en zaagden de zweedse vrouwen weer op de manier waar ze goed in zijn.
Ik ga nu even pauze nemen
...... deel 2 van het verslag volgt in de loop van de middag.