Hoi Harpelientje,
Ik denk dat Tourdion in z'n eerdere post veel goede tips heeft gegeven en dat je in combinatie met het lijstje van Campie een heel eind kan komen. Ik wil het hieronder nog wel wat uitgebreider weergeven, waarbij ik ook wat uit eigen ervaring zal putten. Iedereen is verder vrij om hier op aan te vullen of kritiek te leveren, daar leren we tenslotte met z'n allen wat van.
[muziekschool verhaal, skippen als je naar de tips & trucs wilt ]Allereerst wordt op een muziekschool vaak heel anders gewerkt dan in folk gebruikelijk is. Het is een wat rechtere manier van werken die eigenlijk hetzelfde doel heeft, namelijk met veel plezier (en vaardigheid) muziek gaan maken, maar soms het doel voorbij schiet. Als werkend muziekdocent kan ik uit eigen ervaring vertellen dat de relatief korte lessen vaak niet uitnodigen tot eindeloos op het gehoor werken, omdat dit een redelijk tijdrovend karwei is. Dat er wel allerlei mogelijkheden zijn, maar dat die wat creativiteit vereisen (en opname- en afspeel apparatuur en nog wat zaken), dringt niet altijd bij mij en mijn collegae door. Tot zover de gang van zaken op een muziekschool.
Klassiek vs. FolkAls klassiek geschoolde musici zijn we vaak gewend om vooral op het zicht te spelen. Je ogen worden dan belangrijker dan je oren, wat eigenlijk de omgekeerde wereld is. Muziek draait om klank! Eigenlijk is noten lezen ook alleen maar als je ook daadwerkelijk noten leest; dat wil zeggen dat je hoort wat je leest, net zoals dat je geschreven tekst hoort in je gedachten wanneer je leest. Als je dit proces van noten leren lezen vergelijkt met de aandacht die op een basisschool wordt gegeven aan het leren lezen van taal, kan je je voorstellen dat ook het noten lezen veel meer tijd zou moeten krijgen. Alleen wanneer je dit kan, lees je daadwerkelijk noten. De rest is reproduceer trucjes en combinatie met een meer of minder goed geheugen.
Uit het hoofd
Je hebt 10 jaar harples en loopt al een tijdje rond op deze aardbol: ga maar na hoeveel muziek er al in je hoofd zit. Hoog tijd om wat te gaan (re)produceren, niet waar? Begin bij de eenvoudigste zaken, maar haal er geen volgeschreven bladmuziek. Ga er maar voor zitten en speel
Vader Jakob, speel
Zwarte Piet ging uit fietsen of
Twee emmertjes water halen. Niet het goede genre? Speel het themaatje van
Ode an die Freude van Beethoven of
The Rose van Bette Midler. Ga er voor zitten, net zo lang tot je het gevoel hebt dat je het deuntje in je vingers hebt zitten en dat je vingers doen wat je oren horen.
Als je het niet in je eentje wil doen, of je wilt wat hulp hebben, vraag dan een vriend of vriendin om te komen spelen, laat haar deeltjes van de muziek (frases of zinnen, zo je wilt) voorspelen, die je eerst nazingt (om je interne oren aan te spreken) en vervolgens gaat proberen te spelen op je harp. Begin eenvoudig en maak het langzaam moeilijker.
Improviseren In het eerste methodeboek wat ik met leerlingen speel staat als nummertje 28 een walsje, eenvoudig getiteld "My First Waltz". Het heeft alleen halve noten met punt, dus noten van drie tellen. Het is een ideaal stukje om te beginnen met improviseren, vergelijkbare stukken zijn er ook genoeg. Je kan eerst ritmisch improviseren: maak van elke noot van drie tellen een ander ritme, bijvoorbeeld halve noot, kwart noot of drie kwart noten. Oefen eerst het hele stukje op deze manier, daarna met verschillende varianten. Gaat het makkelijk, of lukt het na een tijdje? Ga dan eens omspelen: je kan een noot er boven of er onder spelen: aan het begin van de lange noot, aan het eind, er midden in etc. Gaat dat ook goed? Misschien weet je al iets van akkoordenleer en kan je akkoordnoten gaan toevoegen, of maak je van het walsje een mars en probeer je het nog een keer, of transponeer het naar een andere toonsoort en doe het opnieuw.
De mogelijkheden zijn eindeloos, een van de mooie dingen aan muziek. Het kan ook overweldigend zijn en je reddeloos verloren gevoel geven. Begin dan met kleine opdrachtjes, schep een kader voor jezelf (zie als voorbeeld de dingen hierboven) en begin klein en bouw langzaam uit.
Het vraagt net zo goed studie als de klassieke manier, maar op een iets andere, vaak speelse en creatieve wijze. Let wel, het een sluit het ander niet uit, maar in het algemeen zijn er wel verschillen aan te wijzen.
Veel plezier vooral, het is een hele nieuwe wereld om te ontdekken! Vragen en opmerken staat vrij